Sonett-Forum

Normale Version: Zwervers-liefde
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Gij waart mij immer vreemd en nooit-genegen,

enkel het hooren Uwer tred was een solaes

voor mij, armzalig hert, dat hunkerend en dwaas,

zijn liefden spilt langs nachtelijke wegen.



Zoovele steden zwierf ik - achter het waas,

waarmee zij uit de koele kimmen stegen,

wist ik de schat der pleinen, strak-gelegen

onder de zon, midden der dagen luid geraas.



O stad, gij duistre, die heim'lijke weelden

tot relequieën in heur schrijnen werft;

voor mij, die zooveel wrange vreugden deelde,

wiens wreede hart in menig leven kerft,

waart ge een tijdlijk schoon, dat alreê sterft:



balseme kort voor wond, die nimmer heelde.