Sonett-Forum

Normale Version: Ontwikkeling
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.

In d'aanvang, waar de donkere rotsen prangen,

Stort ruischend zich de straal als schuim op de aarde

Een harp gelijk die God hier zelf besnaarde,

Een wolk gelijk door de Almacht opgehangen.



Is 't kristallijn door 't rotsbed opgevangen,

Dan is 't of ook de stroom opeens bedaarde;

Ja, van dien stond bruischt wat zich hier vergaarde

De dalen in, met teugelloos verlangen.



Dan als rivier vliet hij langs groene boorden,

Doet molens wentlen, draagt gevulde schepen

En schenkt aan visschers rijkbeladen netten;



Tot hem de zee van 't verre en kille Noorden

Onwederstaanbaar boeit en mee gaat slepen

Een leven dat hij eeuwen voort kan zetten.