19.08.2012, 14:53
.
Vloeken wilde ik de zoete logen
Der lente, die glorieënd straalt;
Vloeken de trotsche zon, die praalt
Hoog aan 's hemels fonklende bogen;
Vloeken der luwten weelg vermogen,
En regen die zacht-ruislend daalt;
Vloeken wat min-zwoel ademhaalt
En droomt uit donker-gloeiende oogen.
Ik borg voor alle schoonheid schuw
Mijn bangen blik, en toch bleef branden
In mij haar zoete foltering;
Schoon Lief, en vloeken wilde ik ù...
Maar stil in mijn bevende handen
Schreide ik één woord: Lieveling, lieveling.
Vloeken wilde ik de zoete logen
Der lente, die glorieënd straalt;
Vloeken de trotsche zon, die praalt
Hoog aan 's hemels fonklende bogen;
Vloeken der luwten weelg vermogen,
En regen die zacht-ruislend daalt;
Vloeken wat min-zwoel ademhaalt
En droomt uit donker-gloeiende oogen.
Ik borg voor alle schoonheid schuw
Mijn bangen blik, en toch bleef branden
In mij haar zoete foltering;
Schoon Lief, en vloeken wilde ik ù...
Maar stil in mijn bevende handen
Schreide ik één woord: Lieveling, lieveling.