19.08.2012, 14:51
.
Naar oogen zocht ik die mij vragen
Om wat ik zelf vergeefs verbeid,
Naar handen, bevend, maar bereid
Mijn eigen wanklen gang te schragen.
Naar lippen wier verpreveld klagen
Ik met de zoete teederheid
Kon sussen van wie zelve lijdt
't Verlangen eindeloozer dagen.
Ik zocht naar zielen die versmachten,
Die eenzaam in hun schamel wee
Koud en armoediglijk verstijven...
Nu ruischt uw weenen door mijn nachten,
Schoon Lief, als van een verre zee,
En 'k weet toch dat ook gij eenzaam zult blijven.
Naar oogen zocht ik die mij vragen
Om wat ik zelf vergeefs verbeid,
Naar handen, bevend, maar bereid
Mijn eigen wanklen gang te schragen.
Naar lippen wier verpreveld klagen
Ik met de zoete teederheid
Kon sussen van wie zelve lijdt
't Verlangen eindeloozer dagen.
Ik zocht naar zielen die versmachten,
Die eenzaam in hun schamel wee
Koud en armoediglijk verstijven...
Nu ruischt uw weenen door mijn nachten,
Schoon Lief, als van een verre zee,
En 'k weet toch dat ook gij eenzaam zult blijven.