19.08.2012, 14:50
.
Als een gewond dier, schuw verkropen,
Diep in de gruwlijke eenzaamheid
Van zijn triest hol, kreunende beidt
Den dood die 't sterk leven komt sloopen;
Of als een dwalend kind, verloopen
In woest gebergt, met wijd en zijd
De grauwe, koude troostloosheid,
Waaruit geen redding valt te hopen;
Zoo eenzaam was mijn moede ziel,
Zoo hooploos staarde ik in den nacht
Waarin 'k mijn leven zag verglijden;
Tot in mijn doovende oogen viel,
Schoon Lief, uw wondre blik en 'k zacht
Me uw hand uit Dood's verschrikking voelde leiden.
Als een gewond dier, schuw verkropen,
Diep in de gruwlijke eenzaamheid
Van zijn triest hol, kreunende beidt
Den dood die 't sterk leven komt sloopen;
Of als een dwalend kind, verloopen
In woest gebergt, met wijd en zijd
De grauwe, koude troostloosheid,
Waaruit geen redding valt te hopen;
Zoo eenzaam was mijn moede ziel,
Zoo hooploos staarde ik in den nacht
Waarin 'k mijn leven zag verglijden;
Tot in mijn doovende oogen viel,
Schoon Lief, uw wondre blik en 'k zacht
Me uw hand uit Dood's verschrikking voelde leiden.