18.08.2012, 19:15
.
Gewonde Koningin van 't nachtelijk Parijs,
Welkende Gratie, van den weeken geur omgleden
Van sterrevende bloemen, zij uw Schoon beleden,
Uw Schoon, weeld'rig en krank, uit herfstig paradijs, -
Waar ge in scharlaken mantel kwijnend nader-treedt en
de teng're witte hand uit-strekt op vage wijs,
dat als in roode vloeden goudachtig verrijs'
nog eens uw veege lijf van zooveel lúst, verleden:
Daar voel ik in uw oog, dat onder blonde vracht
van haar uitblaakt en brandt, o wulpsche tijgerin,
op marm'ren bank gezonke' en liggende voorover, -
daar hoor 'k in uwer stem gulden-stervende toover,
daar zie ik in uw welken lach om doode Min:
Parijs, heerlijk en wee in zijn verrotte Pracht. -
Gewonde Koningin van 't nachtelijk Parijs,
Welkende Gratie, van den weeken geur omgleden
Van sterrevende bloemen, zij uw Schoon beleden,
Uw Schoon, weeld'rig en krank, uit herfstig paradijs, -
Waar ge in scharlaken mantel kwijnend nader-treedt en
de teng're witte hand uit-strekt op vage wijs,
dat als in roode vloeden goudachtig verrijs'
nog eens uw veege lijf van zooveel lúst, verleden:
Daar voel ik in uw oog, dat onder blonde vracht
van haar uitblaakt en brandt, o wulpsche tijgerin,
op marm'ren bank gezonke' en liggende voorover, -
daar hoor 'k in uwer stem gulden-stervende toover,
daar zie ik in uw welken lach om doode Min:
Parijs, heerlijk en wee in zijn verrotte Pracht. -