Sonett-Forum

Normale Version: Maerle, Frank van: Er stoeien kind'ren in 't licht-glanzend bosch
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Frank van Maerle
fl. 1901



Er stoeien kind'ren in 't licht-glanzend bosch:

Door 't reeg'nend goud der zon-bestroomde struiken

Breken zij stormend heen en onderduiken

't Laag reikend rijs; er joelt hoog-luidend los



War-praten en gelach; hoe trippen 't mos

Hun voetjes tot de heg der bramenstruiken!

Hun vingers woelen voòr hen waar zij kruipen,

Hun oogjes blinken naar den volsten tros.



Diè smult gulzig maar toe, diè vult zijn mandje;

Maar eén plukt stilkens door, 't blauw-druipend handje

Vol bramen, brengt hij 't haar, en 't meisje lacht.



Zoo wilde ik naar u gaan, mijn Lief! en dragen

't Schoonst wat ik vond, 't diepst wat mijn ziel ooit dacht,

Tot uw vertrouwlijkheid, en niets meér vragen.