Sonett-Forum

Normale Version: Niet langer groet ziel als haar onbenijde
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Niet langer groet ziel als haar onbenijde

Zuster de groote schaduwlooze zon

Die rijst alweêr schooner dan nacht verzon,

En spreekt geen woord en maakt toch alles blijde.



Het bekken zee in duinenzenk, de weiden

Tintlen van morgen, ver land-in begon

Het blatend leven. Uit op hoog balkon

Treden mijn oogen schoonen dag te lijden. -



Wat is het goed dat zon u niet herkent,

Zich niet met troost van deernis tot u wendt,

Maar stralend doorgaat in haar gouden plicht,

Dat straks, o droeve ziel, als gij u richt

Tot hooger blijdschap dan gij nog mocht reiken,

Gij zonder schaamt hervindt uw eenige gelijke.