Sonett-Forum

Normale Version: Niet koelen kan ik aan de reê-geschonken
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Niet koelen kan ik aan de reê-geschonken

Beekren van werelds zwaargekruiden wijn

Mijn mond, - te lang, te diep heb ik gedronken

Het smaakloos water van liefdes fontein...



Zoo zit ik neêr aan de oude wel geslonken

Tot troeblen band in beddings diep ravijn;

Wachtend dat de enge tocht mag zijn bezonken,

Voedt hoop als zoetsten lust dorsts wrange pijn...



Ik sla mijn oogen op en zie den morgen

Vagen den dunnen nacht van 't ijle westen -

Uit schemer vooglen stemmen, bloemen kleuren -

En buk tot de'ouden vroegdronk... Uit verborgen

Bekkens bruist aan de stroom, mijn handen beuren

Het klare water dat mij altijd leschte.