18.08.2012, 15:11
Niet koelen kan ik aan de reê-geschonken
Beekren van werelds zwaargekruiden wijn
Mijn mond, - te lang, te diep heb ik gedronken
Het smaakloos water van liefdes fontein...
Zoo zit ik neêr aan de oude wel geslonken
Tot troeblen band in beddings diep ravijn;
Wachtend dat de enge tocht mag zijn bezonken,
Voedt hoop als zoetsten lust dorsts wrange pijn...
Ik sla mijn oogen op en zie den morgen
Vagen den dunnen nacht van 't ijle westen -
Uit schemer vooglen stemmen, bloemen kleuren -
En buk tot de'ouden vroegdronk... Uit verborgen
Bekkens bruist aan de stroom, mijn handen beuren
Het klare water dat mij altijd leschte.
Beekren van werelds zwaargekruiden wijn
Mijn mond, - te lang, te diep heb ik gedronken
Het smaakloos water van liefdes fontein...
Zoo zit ik neêr aan de oude wel geslonken
Tot troeblen band in beddings diep ravijn;
Wachtend dat de enge tocht mag zijn bezonken,
Voedt hoop als zoetsten lust dorsts wrange pijn...
Ik sla mijn oogen op en zie den morgen
Vagen den dunnen nacht van 't ijle westen -
Uit schemer vooglen stemmen, bloemen kleuren -
En buk tot de'ouden vroegdronk... Uit verborgen
Bekkens bruist aan de stroom, mijn handen beuren
Het klare water dat mij altijd leschte.