18.08.2012, 14:49
Geen vonk roodt meer in witte-wolkenasch.
Het uur is laat en heeft zijn eigen licht
Als dood gelaat dat kijkt door oogen dicht.
Niet huivren durven in den bleeken plas
Der lucht de toppen van het hoog gewas
Dat metaaldonker op den stroeven plicht
Der stammen staat om avondhof gesticht.
De bloemen branden in het doove gras.
Mijn roereloosheid heeft haar vollen wil
Terwijl herinnring ruischloos rijgt en telt
De gave paarlen onzer rijke feesten
Tot blindend snoer eer straks de nacht ze smelt...
Wat is het op de blanke wereld stil...
'k Zie verre menschen wandelen als geesten.
Het uur is laat en heeft zijn eigen licht
Als dood gelaat dat kijkt door oogen dicht.
Niet huivren durven in den bleeken plas
Der lucht de toppen van het hoog gewas
Dat metaaldonker op den stroeven plicht
Der stammen staat om avondhof gesticht.
De bloemen branden in het doove gras.
Mijn roereloosheid heeft haar vollen wil
Terwijl herinnring ruischloos rijgt en telt
De gave paarlen onzer rijke feesten
Tot blindend snoer eer straks de nacht ze smelt...
Wat is het op de blanke wereld stil...
'k Zie verre menschen wandelen als geesten.