Sonett-Forum

Normale Version: Zonnedood
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.

Ik zing de heerlijkheid der Westerluchten,

Wanneer de zon verbloedend langzaam sneeft,

En slechts een wijl haar dagglans overleeft,

Die oov'ral schuwe duisternis deed vluchten.



Thans rijzen sterren op in scheem'rend duchten,

Stil na elkaar; - de gansche hemel beeft

In hunne flikk'ring, die een glorie weeft

Van vonk'lend zilver in de hooge luchten.



Het zonnebloed vloot henen, drop voor drop,

Heel 't Westen purp'rend met zijn roode pracht,

Plaveiend breed de banen van den nacht.



Schouwt thans met eerbied naar den hemel op,

Waar uit der zonne mart'laarsbloed de schaar

Van sterren oprees, grootsch en wonderbaar.