18.08.2012, 14:48
Carel Scharten
1878-1950 Niederlande
Avond-in-trein.
Toen zag ik, dat de wèreld niets was, dan
Nietig-zwak leven van heel kleine dingen.
.....In verte was een lage stad, als vingen
Veel zwarte monniken heel langzaam an,
In dichte rije' 'n lange ommegang;
Waar-bóven zachtjes-zwartjes-kring'lend, hingen
Rook-wolkjes, zwak-zwart op de nevelingen
Van vuur'ge perlemoere kleuren van
Den zonnen-ondergang, die over was.....
Ik zat heel-stil te turen voor het glas
Van donk're spoor, die snelde klotsend voort.....
En bóven al dat zwarte, kleine, - 'n poórt
Van licht, hoog hemel-licht, hoog, bleek goud-rood!
O! kleine menschen - kniel toch neer, devoot.....
1878-1950 Niederlande
Avond-in-trein.
Toen zag ik, dat de wèreld niets was, dan
Nietig-zwak leven van heel kleine dingen.
.....In verte was een lage stad, als vingen
Veel zwarte monniken heel langzaam an,
In dichte rije' 'n lange ommegang;
Waar-bóven zachtjes-zwartjes-kring'lend, hingen
Rook-wolkjes, zwak-zwart op de nevelingen
Van vuur'ge perlemoere kleuren van
Den zonnen-ondergang, die over was.....
Ik zat heel-stil te turen voor het glas
Van donk're spoor, die snelde klotsend voort.....
En bóven al dat zwarte, kleine, - 'n poórt
Van licht, hoog hemel-licht, hoog, bleek goud-rood!
O! kleine menschen - kniel toch neer, devoot.....