18.08.2012, 12:59
Marie Metz-Koning
1864-1926 Niederlande / Schweiz
Storm
Loei aan, o, wind! en wuif niet uit het Zuiden
Met teere trekjes rond mijn rustloos hoofd;
Maar wakker aan: het vuur dat nooit verdooft
Met sterken drang van stoere stormgeluiden.
De mensch die scheppen wil, hij hoort het luiden
Der eeuwigheid boven wat Schijn belooft.
En wat kan hem, die in zichzelf gelooft
Het zoet gedoe van 't slapelied beduiden?
Loei aan! en wek in mij der vlammen kracht.
Uit vuur heeft God de werelden geschapen.
Help mij mijn hoogste krachten samenrapen.
Wat baat de rust vóór alles is volbracht?
Wie met zichzelven om Zichzelven strijdt
Hij kent géén rust dan de eeuwge rustloosheid.
1864-1926 Niederlande / Schweiz
Storm
Loei aan, o, wind! en wuif niet uit het Zuiden
Met teere trekjes rond mijn rustloos hoofd;
Maar wakker aan: het vuur dat nooit verdooft
Met sterken drang van stoere stormgeluiden.
De mensch die scheppen wil, hij hoort het luiden
Der eeuwigheid boven wat Schijn belooft.
En wat kan hem, die in zichzelf gelooft
Het zoet gedoe van 't slapelied beduiden?
Loei aan! en wek in mij der vlammen kracht.
Uit vuur heeft God de werelden geschapen.
Help mij mijn hoogste krachten samenrapen.
Wat baat de rust vóór alles is volbracht?
Wie met zichzelven om Zichzelven strijdt
Hij kent géén rust dan de eeuwge rustloosheid.