18.08.2012, 12:56
.
Rozenomkranste illusie, goud-gelokt,
Klopte aan mijn deur: heur oogen zag ik in
Door Toovermacht gebroken boog mijn zin
Willoos waar Schijn zich Eeuwigheden jokt.
Illusie zong: O, menschenkind, bemin!
Ga, neem en geef waar het geluk u lokt.
Wees weerloos, waar genot op golven schuimgevlokt,
U draagt en drijft het gouden zonlicht in.
Illusie zong en willoos in heur wil
Dreef op de zee waar Venus eens verrees
Mijn menschenziel - Tot ziende in groote vrees
Ontwaakte in mij wat eeuwig is en stil.
En in die eeuwge stilte opeens ontstaan,
Zagen mij Christus' oogen vragend aan.
Rozenomkranste illusie, goud-gelokt,
Klopte aan mijn deur: heur oogen zag ik in
Door Toovermacht gebroken boog mijn zin
Willoos waar Schijn zich Eeuwigheden jokt.
Illusie zong: O, menschenkind, bemin!
Ga, neem en geef waar het geluk u lokt.
Wees weerloos, waar genot op golven schuimgevlokt,
U draagt en drijft het gouden zonlicht in.
Illusie zong en willoos in heur wil
Dreef op de zee waar Venus eens verrees
Mijn menschenziel - Tot ziende in groote vrees
Ontwaakte in mij wat eeuwig is en stil.
En in die eeuwge stilte opeens ontstaan,
Zagen mij Christus' oogen vragend aan.