Sonett-Forum

Normale Version: De verhooring
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.

Er woei een nevel om de wereld heen,

Die had de dingen wazig weggesloten.

Er had een droefheid aan mijn hart gestooten,

En alle levenslust slonk en verdween.



Ik bad! God! dat mij uw gena verscheen!

Laat mij niet in waanzinnigheid verdoolen.

Ik heb mij uw barmhartigheid bevolen!

Zie, hoe ik minnenskrank verkwijn en ween.



Toen was 't of na een smartelijk verdooven

Donkre gordijnen werden weggeschoven,

En heel de hemel brandde en blonk van licht.



Werd ik ontrukt naar bovenaardsche landen?

Maar om mijn handen klemden uwe handen,

En ùw gelaat neeg naar mijn aangezicht.