16.08.2012, 19:51
Moeder, hebt gij dees foltring dan gewild,
Moet ik om u den barren nacht vervloeken?
Ik vind geen rust zelfs in de schoonste boeken,
Niets is er dat mijn dof gekerm nog stilt.
Gij smaaddet haar: toch was zij lief en mild...
Gij deedt ons de onherbergzame oorden zoeken
Waar ze eindlijk stierf. - Moeder, zal ik u vloeken
Nu weêr mijn droom bij 't wreed herdenken rilt?
Ach neen, dit bitter leed kan niets verzoeten,
Alles wakkert den brand der angsten aan:
Het is een hel waarin mijn ziel moet boeten.
En toch: den dood durf ik niet binnengaan
Want ook daar zal 'k dat bleek gelaat ontmoeten
Dat eindloos schreit om pijnen droef doorstaan.
Moet ik om u den barren nacht vervloeken?
Ik vind geen rust zelfs in de schoonste boeken,
Niets is er dat mijn dof gekerm nog stilt.
Gij smaaddet haar: toch was zij lief en mild...
Gij deedt ons de onherbergzame oorden zoeken
Waar ze eindlijk stierf. - Moeder, zal ik u vloeken
Nu weêr mijn droom bij 't wreed herdenken rilt?
Ach neen, dit bitter leed kan niets verzoeten,
Alles wakkert den brand der angsten aan:
Het is een hel waarin mijn ziel moet boeten.
En toch: den dood durf ik niet binnengaan
Want ook daar zal 'k dat bleek gelaat ontmoeten
Dat eindloos schreit om pijnen droef doorstaan.