Sonett-Forum

Normale Version: De stille steden
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Mijn moeheid zoekt de steden die verlaten

En stil zich koestren in den zonneschijn:

De donkre huizen en de nauwe straten,

Den stoeren torenromp op 't open plein.



Daar storen mij gerucht noch smadend praten,

Daar doet geen schrik mijn blijde mijmring pijn:

Onmerkbaar-zacht versmelten vreugde en haten

Tot klaar geluk, tot zoet tevreden-zijn.



Den heelen dag kan ik er eenzaam dwalen

Bewonderend de dingen altegader

En luistrend als het carillon begint,



En 's avonds bij der lampvlam teeder stralen

Voel ik mij tot het groote leven nader

Waar weêr mijn ziel het inniger bemint.