16.08.2012, 19:33
Dood
Mijn peinzen kan den vreemden dood niet loven
Die me u welhaast voor steeds genomen had:
Uw lichaam dat mijn droom ontroerd bezat,
Uw bleek gelaat welks lach mijn smart kan dooven.
Dan had ik u nooit bevend meer omvat,
Nooit meer uw haar gestreeld, zijn geur gesnoven,
Met u nooit meer door zomers blijde hoven
Gedwaald of laat door de avondlichte stad.
- Neen 't is niet wreed dat na een zalig zwerven
Door vreugde en hoop en stilte en droefenis
Wij eindelijk een koele rust verwerven,
Maar nu: mijn ziel is bang en ongewis,
Ik kan uw warmte, uw zachtheid nog niet derven,
Uw liefde die zoo zoet-vertroostend is.
Mijn peinzen kan den vreemden dood niet loven
Die me u welhaast voor steeds genomen had:
Uw lichaam dat mijn droom ontroerd bezat,
Uw bleek gelaat welks lach mijn smart kan dooven.
Dan had ik u nooit bevend meer omvat,
Nooit meer uw haar gestreeld, zijn geur gesnoven,
Met u nooit meer door zomers blijde hoven
Gedwaald of laat door de avondlichte stad.
- Neen 't is niet wreed dat na een zalig zwerven
Door vreugde en hoop en stilte en droefenis
Wij eindelijk een koele rust verwerven,
Maar nu: mijn ziel is bang en ongewis,
Ik kan uw warmte, uw zachtheid nog niet derven,
Uw liefde die zoo zoet-vertroostend is.