Sonett-Forum

Normale Version: De beminden
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Verlangen deed hen gaan met sneller schreden,

Hun weemoed zweeg bij dezen vreemden schroom:

Het vage pad samen zoo vaak betreden

Leidde naar 't dal, het einde van hun droom.



Daar strekten zij zich zoet-vermoeid beneden

De fijne schaduws van een ijlen boom

En streelden traag elkanders warme leden

En zuchtten diep,...hun ziel was droef en loom.



En toen zijn eerste vrees vervluchtigd was,

Zijn lippen teêr haar zoele naaktheid kusten,

Lachte zij stil, of zij iets wonders las, -



Tot eindelijk, een huivrend oogenblik,

Zijn arm haar bevend aan zijn hart deed rusten

En haar ontroering brak in zacht gesnik.