Sonett-Forum

Normale Version: Bezinning.
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Vader, gij hebt mijn streven nooit geweten:

Ik was u vreemd, zoo gij 't mijn peinzen waart,-

De bloemen door mijn blijde hand vergaard,

Smadend hebt gij ze een dorren schat geheeten....



Gij neegt uw hoofd ter koele en duistere aard;

De tijd verging: der grijze dagen keten,-

Ach, lieve doode, en gij zijt reeds vergeten....

Maar neen, ik heb uw broze beeld bewaard.



Want als de zoeker, die na veel gevaren

Het zand betreedt der verre vreemde kust,

Den oudren vindt, verbleekt en grijs van haren, -



Zoo zal ook ik, verzaad van liefde en lust,

In 't herfsten mijner late levensjaren

U wedervinde' in de eindelijke rust. -