Sonett-Forum

Normale Version: Aan den blinde
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Gij blinde mocht uw wenschen nooit verzaden,

Gij traadt nooit in des levens blijden kring,

Nooit kendet gij den roem der sterke daden

Noch 't stil geluk van liefdes heiliging.



Gij gingt, alleen, de schaduwkoele paden

Van 't vreemde land der vage erinnering,

Weefdet uw ziel de teere droomgewaden

En kleeddet haar, zoo schoon, zoo zonderling....



O wondre wien 't bezitten schaamler gaven

Nooit plaagt in 't zwijgen uwer eenzaamheid,

Wiens peinzen wijlt in immer hooger haven:



Wanneer de rust uw loome hoofd omspreidt

En rijker bronnen wateren u laven,

Gedenk dan hem die naar úw blindheid schreit.