Sonett-Forum

Normale Version: Avondpark
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Daar als een zijden lint het smalle pad

Zich slingert onder 't duistre loof der boomen

Wier stammen den roerloozen vijver zoomen:

Geen wind beweegt, er beeft geen bloem, geen blad,-



Daar treden zij wier schemervage droomen

Hen voeren in geluk, de lichte stad:

Zijn arm houdt sterk haar tengre leest omvat,

Haar kleine hand heeft zacht zijn hand genomen....



O vreugde, o vogelranke broze boot,

Zult ge over levens breede zeeën spoeden

Naar waar ge op lijdens wreede klippen stoot?



Neen, lìefde waakt....ach, ziet hen zij aan zij

Stil-zwijgend gaan, vol hemelschoon vermoeden:

Zij zoo teêr-blijde en zoo benijdbaar beî.