15.08.2012, 21:36
Schoon Lief, ik zal u wedervinden;
'k Heb in uw diepste hart geschouwd
En weet: wat ons verbonden houdt
Kan lot noch wil ooit weer ontbinden.
O zoete droom van al wie minden,
Schuchterst verlangd en teerst vertrouwd,
Wie ééns uw schoonheid heeft aanschouwd,
Zal altijd, altijd u hervinden.
En zoo ge telkens weer ontwijkt,
'k Zal geen ontgoocheling meer vreezen
Die telkens toch mijn hart verrijkt:
Want altijd, altijd blijft ge mijn;
Gij zijt mijn eigen goddlijk wezen,
Maar dat ik zoek en vind in allen schijn.
'k Heb in uw diepste hart geschouwd
En weet: wat ons verbonden houdt
Kan lot noch wil ooit weer ontbinden.
O zoete droom van al wie minden,
Schuchterst verlangd en teerst vertrouwd,
Wie ééns uw schoonheid heeft aanschouwd,
Zal altijd, altijd u hervinden.
En zoo ge telkens weer ontwijkt,
'k Zal geen ontgoocheling meer vreezen
Die telkens toch mijn hart verrijkt:
Want altijd, altijd blijft ge mijn;
Gij zijt mijn eigen goddlijk wezen,
Maar dat ik zoek en vind in allen schijn.