15.08.2012, 21:34
O Lente! 'k Zie de knoppen zwellen:
Der planten sap, der menschen bloed,
Stuwt weer met rasscher vuurger gloed
Door kloppende adren, krachtge cellen.
De luwte-zware wolken snellen,
De lauwe regen ruischt en doet
De bloemen geuren, frisch en zoet,
En tintel-heldre bronnen wellen.
Schoon Lief, nu laat ons wondrend luistren
Naar wat de lente-machten fluistren:
Heb lief, heb lief, het leven lacht.
En zij ons beider zwijgend droomen
Eén zoet-verrukkend samenstroomen
Van onzer zielen rijpste gloed en kracht.
Der planten sap, der menschen bloed,
Stuwt weer met rasscher vuurger gloed
Door kloppende adren, krachtge cellen.
De luwte-zware wolken snellen,
De lauwe regen ruischt en doet
De bloemen geuren, frisch en zoet,
En tintel-heldre bronnen wellen.
Schoon Lief, nu laat ons wondrend luistren
Naar wat de lente-machten fluistren:
Heb lief, heb lief, het leven lacht.
En zij ons beider zwijgend droomen
Eén zoet-verrukkend samenstroomen
Van onzer zielen rijpste gloed en kracht.