Sonett-Forum

Normale Version: De nymph
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Schuw als een teere nymph, bedrogen

Door 't lokken van den sluwen Paan,

Vond ik, Schoon Lief, u mijmrend gaan

Onder mijns wouds zwoel-donkre bogen.



Aan 's harten flonker-poel, in 't hooge

Papyrus bleeft ge spiedend staan:

Als zaagt ge een vreemd geheimnis aan

Blonk wondring in uw droomende oogen.



En bij het turend overnijgen,

Zag 'k u siddren in zoeten schrik

Voor mijn stom beeld naast u in 't water;



Ik leek u een vreemd god of sater;

Toen sloot ge uw oogen voor mijn blik,

Glimlachte en liet u stil me in de armen zijgen.