Sonett-Forum

Normale Version: De Mis
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Diep in de koele kerk ontwaarden we, ongewis

onder de ronding van de ranke schaduwbogen,

den rooden schemer van het altaar, waar de mis

bij onze binnenkomst eerbiedig werd voltogen.



De bisschop zelf ging rond, gemijterd, met zijn staf; -

tusschen de knapen in, die wierookvaten hielden,

voortschrijdend door het volk, dat hij den zegen gaf. -

Toen drong je lieve stem: ‘Kom jongen’. - En wij knielden.



't Licht, in het vlammend raam, schilderde zijn figuren,

en de orgelstem brak los en daverde aan de muren,

terwijl de priester hoog zijn heilig kleinood hief:



‘Ik heb u liet’, zongen in Gods naam ons de koren.

En als een zoet geluid, voor u alleen geboren,

zonk om uw neergebogen hoofd: ‘Ik heb u lief’. -