15.08.2012, 16:30
Herman Middendorp
1888 - 1941
Reverentie.
Voor Chr. W.
Haar leven is een zachte, wondre waan
van over alle menschen rein bedoelen;
haar zuivre ziel kan, door het klaar bestaan
van d' eigen reine rustigheid, niet voelen
de werklijkheên van wereld, zwart-belaên
onder heur donkre zonden; al dat woelen
van menschen die zich-zelve in keetnen slaan,
bereikt haar niet uit de afgrond-duistre poelen.
Haar denken is de kuische, blank-gespreide
wade van donzig wit, dat heel de wijde
donkring van d' aarde in toovring overdroomt.
Een bloem van licht; een zuiver zielelied,
dat alles door zijn klaren klank vervroomt.
Zelfs d' eigen smetteloosheid gist zij niet...
1888 - 1941
Reverentie.
Voor Chr. W.
Haar leven is een zachte, wondre waan
van over alle menschen rein bedoelen;
haar zuivre ziel kan, door het klaar bestaan
van d' eigen reine rustigheid, niet voelen
de werklijkheên van wereld, zwart-belaên
onder heur donkre zonden; al dat woelen
van menschen die zich-zelve in keetnen slaan,
bereikt haar niet uit de afgrond-duistre poelen.
Haar denken is de kuische, blank-gespreide
wade van donzig wit, dat heel de wijde
donkring van d' aarde in toovring overdroomt.
Een bloem van licht; een zuiver zielelied,
dat alles door zijn klaren klank vervroomt.
Zelfs d' eigen smetteloosheid gist zij niet...