15.08.2012, 09:57
Hoe zou ik, schoonheid, tot u durven naad'ren.
Ben ik geen zwerver in bestoven kleed,
die zich te zeer onooglijke' arme weet,
en daarom wijkt van blijden die vergaad'ren
tot avondfeest van zang, waar gondel gleed
naar ouden bouw, wiens lijn als levende aad'ren
veelkleurig licht ontgloeit; waar strooibloemblaadren
begroeten 't spel, dat ik omzwervend meed.
Kasteelplein wijd, fluweel en zijden waden
bekoren 't kleurgrage oog, gezangen ruischen
om teed'rer liefde schoon teer te doen raden.
Ik vlood naar zee, wier branding 'k hoorde bruisen
in 't eenzaam duin, als ver en verder klagen
van wie u, schoonheid, niet te naad'ren wagen.
Ben ik geen zwerver in bestoven kleed,
die zich te zeer onooglijke' arme weet,
en daarom wijkt van blijden die vergaad'ren
tot avondfeest van zang, waar gondel gleed
naar ouden bouw, wiens lijn als levende aad'ren
veelkleurig licht ontgloeit; waar strooibloemblaadren
begroeten 't spel, dat ik omzwervend meed.
Kasteelplein wijd, fluweel en zijden waden
bekoren 't kleurgrage oog, gezangen ruischen
om teed'rer liefde schoon teer te doen raden.
Ik vlood naar zee, wier branding 'k hoorde bruisen
in 't eenzaam duin, als ver en verder klagen
van wie u, schoonheid, niet te naad'ren wagen.