Sonett-Forum

Normale Version: De Tuin
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Bij Fransche dichters niet, hoe gaaf en strak gesponnen

hun woord zich voordoet, en in de gedichten niet

van Hooft, dien Meester van het diepverliefde lied, -

dan heerlijk eens verdwaasd en dan weer eens bezonnen, -



ontmoet ik het geluk, dat in mij is begonnen.

Toch brengen zij mij veel: zij voeren in 't gebied,

waar lichte weiden men in schemer dauwig ziet

en nimfen nijgen over koel blinkende bronnen.



Ik wandel in dien tuin, beluister het geluid,

dat in de blaren drijft, en spied er, hoe de huid

matblank of blozig is van die sierlijke vrouwen:



totdat opeens, eer ik het weet, uw lief gelaat

aan mij verschijnt, en uw gestalte voor mij staat

en als mijne aandacht eischt, om u alleen te aanschouwen.