Sonett-Forum

Normale Version: Graag zou ik met mijn God in d' eenzaamheid
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Sonnet.

De weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn die denzelven vinden.
Matth. VII:14.




Graag zou ik met mijn God in d' eenzaamheid

Het smalle pad begaan. De schare treedt

Den grooten weg, die veilig is en breed

En vlak en effen ligt en welbereid,



Met afgepaste plichten geplaveid

En meeningen, die ieder kent en weet;

Daar wandelt men gerust en welgekleed....

Het is de weg, die ten verderve leidt!



Maar zoo ik - ik slechts wijs, al d' andren dwaas? -

Den weg verlatende, Gods weg niet vond,

En, nog verward door 't waarschuwend geraas

Der wereld, niet Gods stille stem verstond?

Zoo 't avond werd en duister voor mijn voeten?

- Zou, wie God opgeeft slechts, zijn God ontmoeten? -