13.08.2012, 16:58
Zomernachthemel wijd en onbewogen,
Ik leef verwonderd en ik juich, ik tril,
Wat zijn uw hoogten diep, uw sterren stil
In 't zilverzachte manelicht ontloken.
En ver, en verder, eindeloos de zee
Dalend en deinend tot de kalme kim
De lucht ontroert in 't Oosten en een glim
Van vaag licht vaart over de grijze ree.
Het water beeft diep. 't Wonder is gebeurd.
De schoone schemer wijkt en hemelwijd
Verheldert morgen wat nachtduister was.
En waar de zon het havenwater kleurt
Zeilt wijde zeilen op den wind gespreid
Een schip land uit en wint de ruimte ras.
Ik leef verwonderd en ik juich, ik tril,
Wat zijn uw hoogten diep, uw sterren stil
In 't zilverzachte manelicht ontloken.
En ver, en verder, eindeloos de zee
Dalend en deinend tot de kalme kim
De lucht ontroert in 't Oosten en een glim
Van vaag licht vaart over de grijze ree.
Het water beeft diep. 't Wonder is gebeurd.
De schoone schemer wijkt en hemelwijd
Verheldert morgen wat nachtduister was.
En waar de zon het havenwater kleurt
Zeilt wijde zeilen op den wind gespreid
Een schip land uit en wint de ruimte ras.