Sonett-Forum

Normale Version: Het was me als werd mijn vroegste jeugd herboren
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Het was me als werd mijn vroegste jeugd herboren,

Toen ik hier speelde als knaap met stralend oog,

Niet wetend hoe, wat tóén mijn hart bewoog,

Zoo lang zou ruste' als in schijndood verloren.



Maar thans ging in mijn ziel Jeugds welig koren,

Met duizend-voude vrucht volrijpt, omhoog,

En vindt de vreugd der jonkheid, die vervloog,

De woorden, die bij vreugd der jeugd behooren.



Want zie: ik sliep en, in mij, zwak en zwakker,

Vervloeide 't jeugdlicht, dat héél 't leven tint;

Mijn hart was jong, zeer jong, maar vreugde-blind,

Tot, zon en leeuwrik boven donkren akker,

Uw licht mij straalde, uw stem mij riep: ‘word wakker!

Uw ziel heeft lief een ziel, die weer bemint.’