13.08.2012, 16:25
De aarde zwelt in stuggen, trotschen duister;
Over de waasombleekte manekreis
Trekken de wolken in hun kouden luister
Van nachtdiep water onder glanzend ijs.
De wereld staart in vreemde stilte, ik luister
En hoor alleen der zware dagen wijs,
Waarin 'k mij weet als in onbreekbren kluister:
Hoe kan ik gaan den weg dien 'k mij niet wijs?
Leven, dat tot mij komt als zware boomen,
Die m' in den avond langs de kaden velt!
Zie, hoe de sombre stammen lager komen
En 't breed getakte dreigt en wankt en helt,
Terwijl toch de avondzon de zachte zinnen
Wat streelt en ramen kleurt als brand van binnen.
Over de waasombleekte manekreis
Trekken de wolken in hun kouden luister
Van nachtdiep water onder glanzend ijs.
De wereld staart in vreemde stilte, ik luister
En hoor alleen der zware dagen wijs,
Waarin 'k mij weet als in onbreekbren kluister:
Hoe kan ik gaan den weg dien 'k mij niet wijs?
Leven, dat tot mij komt als zware boomen,
Die m' in den avond langs de kaden velt!
Zie, hoe de sombre stammen lager komen
En 't breed getakte dreigt en wankt en helt,
Terwijl toch de avondzon de zachte zinnen
Wat streelt en ramen kleurt als brand van binnen.