12.08.2012, 11:37
Marie Metz-Koning
1864-1926 Niederlande / Schweiz
Storm!
Hoort! hoe het dreunt en davert van geluid,
Als waar' een krater, brakend fel, onze aard'.
Door 't bangste van den nacht, in volle vaart,
Jaagt rijder Wind wild rittend langs mijn ruit.
Met helsche hoeven plettrend wat hem stuit,
Stuift, boome' en bloemen snoeiend in mijn gaard'
Zijn donker ros, wuifmanen en wuifstaart
Door krocht en bocht: wáár zich een weg ontsluit.
Hei! rijder Wind, licht mij nu even uit
Mijn warme woôn, waar goedheid mij vergaart
Aan schatten alles, wat de blijdste bruid
Als kind zich droomde en maagd, opdat uw paard
Ik plettrend menne, waar ik moe-gestaard
In haat op macht, mijn woorden dóód op luid.
1864-1926 Niederlande / Schweiz
Storm!
Hoort! hoe het dreunt en davert van geluid,
Als waar' een krater, brakend fel, onze aard'.
Door 't bangste van den nacht, in volle vaart,
Jaagt rijder Wind wild rittend langs mijn ruit.
Met helsche hoeven plettrend wat hem stuit,
Stuift, boome' en bloemen snoeiend in mijn gaard'
Zijn donker ros, wuifmanen en wuifstaart
Door krocht en bocht: wáár zich een weg ontsluit.
Hei! rijder Wind, licht mij nu even uit
Mijn warme woôn, waar goedheid mij vergaart
Aan schatten alles, wat de blijdste bruid
Als kind zich droomde en maagd, opdat uw paard
Ik plettrend menne, waar ik moe-gestaard
In haat op macht, mijn woorden dóód op luid.