12.08.2012, 11:07
.
De denneboomen, die als pijlers rijzen,
De beuken slank, met kroon van levend goud,
Der eiken stammen, die de tijden grijzen,
Staan, als een kerk, die nooit vervalt, gebouwd.
Wat ook ter wereld gaat, U zal men prijzen,
Die de aarde een god, of 't Goddlijk hooger houdt,
Ja! die geen God erkent, zal Eer bewijzen
Aan Majesteit en godenkracht van 't woud.
En zoo als wij daar in die ruimte stonden
Beluistrend onze ziele' en 't aardsch geluid,
Zoo doet, als reeds de wereld óns omsluit
Elk nieuw geslacht door 't statig woud de ronde
En zingen zielen die elkander vonden,
Als de onze een danklied aan het Leven uit.
De denneboomen, die als pijlers rijzen,
De beuken slank, met kroon van levend goud,
Der eiken stammen, die de tijden grijzen,
Staan, als een kerk, die nooit vervalt, gebouwd.
Wat ook ter wereld gaat, U zal men prijzen,
Die de aarde een god, of 't Goddlijk hooger houdt,
Ja! die geen God erkent, zal Eer bewijzen
Aan Majesteit en godenkracht van 't woud.
En zoo als wij daar in die ruimte stonden
Beluistrend onze ziele' en 't aardsch geluid,
Zoo doet, als reeds de wereld óns omsluit
Elk nieuw geslacht door 't statig woud de ronde
En zingen zielen die elkander vonden,
Als de onze een danklied aan het Leven uit.