12.08.2012, 00:12
Frans Bastiaanse
1868 - 1947 Niederlande
De Vecht.
Er ligt een landhuis aan den stroom verlaten;
Verbleekt, met donkre luiken, staart het blind,
En laat den stroom, die eenzaam voortglijdt, praten
En luistert niet naar 't fluistren van den wind.
Maar vroeger, toen Hoogmogenden der Staten
Daar in den zomer poosden van 't Bewind,
En staat en krijg voor huis en vreê vergaten,
En kind'ren stoeiden over 't melkwit grint,
Toen leefde 't Huis en de bevolkte stroom
Wiegde de schepen, die blank-zeilig gleden
Vredig van gang naar 't schat-rijk Amsterdam.
Nú droomt het landhuis daar zijn eeuw'gen droom
Van eindloos heimwee naar die lang geleden
Glorievolle eeuw, die nimmer wederkwam.
1868 - 1947 Niederlande
De Vecht.
Er ligt een landhuis aan den stroom verlaten;
Verbleekt, met donkre luiken, staart het blind,
En laat den stroom, die eenzaam voortglijdt, praten
En luistert niet naar 't fluistren van den wind.
Maar vroeger, toen Hoogmogenden der Staten
Daar in den zomer poosden van 't Bewind,
En staat en krijg voor huis en vreê vergaten,
En kind'ren stoeiden over 't melkwit grint,
Toen leefde 't Huis en de bevolkte stroom
Wiegde de schepen, die blank-zeilig gleden
Vredig van gang naar 't schat-rijk Amsterdam.
Nú droomt het landhuis daar zijn eeuw'gen droom
Van eindloos heimwee naar die lang geleden
Glorievolle eeuw, die nimmer wederkwam.