Sonett-Forum

Normale Version: Catillon, Leonce du: Wieders
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Wieders


De bende neurt wat vrije kerels zongen,

Doch heft niet aan wanneer hen gade slaat

De meester op zijn vork geleund. De tongen

Zijn stom zoolang de boer te staren staat.



Het is een lied - de voois is wat gewrongen

En 't hapert ietwat aan de strenge maat -

Voor welk de kerels stout ten strijde sprongen,

Een lied van oproer, 't lied van slaaf en laat.



Zij wieden nu waar 't oog van 't vlas eens lacht...

En zwijgen weer, ten grond gebukt en zuchtend.

Uitzinnig-zachte schalt het leeuwerkslied

Hoog in de heldre stilte van den uchtend.

Met zoete stem vertolkt hij hunne klacht,

Een lied van hoop, maar droever ken ik niet...