Sonett-Forum

Normale Version: Voor 's Heeren Avondmael
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Voor 's Heeren Avondmael



Ick will, Heer, dat ghy wilt, en hebb het lang gedaen,

Ick hebb dijn' loop-baen lief, en loopse met vermaken,

En doe 't van over lang, en hoop het niet te staken,

Maer van de dertigh grein tot hondert toe te gaen.

Hoe pleit ick evenwel? is dus de maet voldaen,

Is 'twitt of met mijn' will of met mijn' loop te raken?

Oh, soo veel ydelheids en laet mij noijt genaken:

Onnutte dienstknecht, hoe soud ick by mij bestaen!

Mijn will is wilde will, mijn loop is staegh te rechten.

Oh die de voeten wiescht van dijn' onvuijlder knechten,

Wischt met den minsten dropp van dyn onschuldigh wee

Mijn' vuijl-geloopen af, eer ick ter Tafel treê.

Ick segh't, o God, en meen 't, en ween 't, en steen 't: och armen,

'Ten geldt noch will noch loop; mijn heil is dijn ontfarmen