Sonett-Forum

Normale Version: Gebed over des Heeren Avond-mael
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Gebed over des Heeren Avond-mael



Ghij maeckte Water Wijn: dat's klaer als wijn of water;

En 'twas een wonder-werck. Ghij noemde Brood uw Lijf,

En Wijngaerd-sap uw Bloed, en 'twas een tucht-bedrijf

Tot uw' geheughenis: soo lees ick, en soo staet'er.

Mijn ziel vergaept sich niet aen wat vele eewen later

De grove gronden leij van eewelick gekijf;

Wie u 'tmirakel, Heer, of aen-schrijv' of ontschrijv,

Houd ick voor even boos van opsett en van snater.

Gunt mij het recht, het slecht, het oud, het all-gemeen,

Het onbemorst gebruijck van wat ghij hebt gesproken;

En dit mirakel toe: O God voor mij gebroken,

Breeckt nu dit lichaem oock en dese ziel van een.

Neen, neen, verworpen steen, ghij zijt er van gewroken;

Maeckt maer mijn' steen tot vleesch, en maer mijn vleesch tot steen.