Sonett-Forum

Normale Version: Aen heere P.C. Hooft
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Aen heere P.C. Hooft




Ick byden Helt gestelt, die wt de Leeuweschoncken

Den oorloghijver soogh, en 'tleeuwelycke rap,

Die Troyen holpe' in d'asch, en stelden Hector schrap?

Zoo diep en legg' ick niet in eyghen-waen versoncken,

Zoo veel en hebb' jck niet uyt Lethe opgedroncken,

Dat jck 's mij weerdigh kenn', al paert het streelend' sap

Van vwe hoofsche pen 'tonnoosel vrijerschap

Van een rondt Batavier, bij d'edel' Griecksche voncken.

Wat can hy weerdigh zyn die op stem noch op Dicht

Ervaren, noch op luyt mach heeten afgericht,

Veel minder op het puyck van wtgeleesen zeden?

Dies vinde' ick jn v Dicht (Puyckdichter van ons landt)

Const, jonst, geneghentheyt, maet, rijm en reghel-trant,

(Vergeeft mij 'tredelyck ontkennen) maer gheen reden.