10.08.2012, 18:40
De mattenklopper
Er is een schoonheid in 't armoedigst kleine,
Die zich in stilsten droom slechts openbaart.
Gelijk somtijds een zwerver eenzaam staart
Naar een Moorsch venster, sierlijk rijk van lijnen,
Zoo boeit dit nietig ding betoovrend mijnen
Ontroerden blik: hoe speelsch en toch hoe klaar 't
Riet zich verwindt en tot een steel zich paart:
Geringden palmenstam in blonde schijnen!
Was het een kunstnaar die voor 't eerst verzon
Zoo tot een kroon, een arabesk, te spreiden
Lichte en veerkrachtge stengels, guld in zon?
Of is elk ding dat zorgvol en bescheiden
De mensch goed voor zijn doel vervaardgen kon,
Schoon geen 't vermoedt, Schoonheid voor alle tijden?
Er is een schoonheid in 't armoedigst kleine,
Die zich in stilsten droom slechts openbaart.
Gelijk somtijds een zwerver eenzaam staart
Naar een Moorsch venster, sierlijk rijk van lijnen,
Zoo boeit dit nietig ding betoovrend mijnen
Ontroerden blik: hoe speelsch en toch hoe klaar 't
Riet zich verwindt en tot een steel zich paart:
Geringden palmenstam in blonde schijnen!
Was het een kunstnaar die voor 't eerst verzon
Zoo tot een kroon, een arabesk, te spreiden
Lichte en veerkrachtge stengels, guld in zon?
Of is elk ding dat zorgvol en bescheiden
De mensch goed voor zijn doel vervaardgen kon,
Schoon geen 't vermoedt, Schoonheid voor alle tijden?