06.08.2012, 18:04
Wel-coom-gedichten aen Jonck-vrou Anna Roemers,
Op hare over-comste in Zeelant
GHy heerscher van de zee, Neptun, wilt nu de baren
Doen liggen stil en vlack, en houden in den bant
De winden noort, suyt, west, dat sy het Zeeusche lant
Met haren rouwen storm, niet vreeslick en vervaren,
Want in een plancken-hol comt met ons over-varen
Een costelick juweel, een onwaerdeerlick pant,
Een maecht, wiens eer en roem, verspreyt aen elcken cant,
V hoochlick heeft verplicht haer schip wel te bewaren;
Sy sal tot uwer eer doen klincken hare stem,
En met een soet gesang het danssende geswem
Van u Zee-Nymphen al doen gaen voor onsen steven.
Maer als u wil of macht ontbraeck tot haer gheluck,
Soo sal sy bergen noch op der Delphynen rugh
Meer als Arion deed', haer end' ons aller leven.
Op hare over-comste in Zeelant
GHy heerscher van de zee, Neptun, wilt nu de baren
Doen liggen stil en vlack, en houden in den bant
De winden noort, suyt, west, dat sy het Zeeusche lant
Met haren rouwen storm, niet vreeslick en vervaren,
Want in een plancken-hol comt met ons over-varen
Een costelick juweel, een onwaerdeerlick pant,
Een maecht, wiens eer en roem, verspreyt aen elcken cant,
V hoochlick heeft verplicht haer schip wel te bewaren;
Sy sal tot uwer eer doen klincken hare stem,
En met een soet gesang het danssende geswem
Van u Zee-Nymphen al doen gaen voor onsen steven.
Maer als u wil of macht ontbraeck tot haer gheluck,
Soo sal sy bergen noch op der Delphynen rugh
Meer als Arion deed', haer end' ons aller leven.