Sonett-Forum

Normale Version: ? - (1608): IOncvrouwe schoon, maer wreet, hoe cont ghy so lang beyden
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
IOncvrouwe schoon, maer wreet, hoe cont ghy so lang beyden

Te schryven eenen brief, te schrijven eenich woort

Tot lichtingh mijnes smerts, en sulcx te schicken voort,

Ghelijck ghy had belooft, tot onse stadt van Leyden,

Was dat niet ons bespreck, doen wy van ander scheyden,

En ick van u vertrock, met droefheyt onghehoort;

Verpandende mijn hert, in liefden gans versmoert.

Aen die mijn droeve doot, deur slofheyt gaen bereyden.

Ick wacht u weecken vier, en 't vier dat my van binnen

Verteert deur d'ydel hoop, en can ick niet verwinnen,

De tijt diet al verdoet, mijn liefde niet verdoet,

Een letterken alleen, van dijn teere hant gheschreven,

Can my herscheppen gans, en op een nieuw doen leven,

Tot sulcx u dan doch spoet, en mijne liefd' hervoet.