Sonett-Forum

Normale Version: Ketelaer van Coolscamp, P. D.: Op't Schilder-Boeck van Carel van Mander
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
P.D. Ketelaer, van Coolscamp


Op't Schilder-Boeck van Carel van Mander,

Sonnet.


Door Nylis overvloedt Egypten gheeft zijn vrucht:

Tot wasdom Mander oock door t'Mole-beecksche vlieten,

Den Schilder-spruyten laeft met leerlijck mildt begieten,

Waer door met sacht gheruys vervult is al de lucht.

O Ieught, tot Const ghesint, neemt vlijtigh hier toevlucht:

Wan-lustigh laet u vlijt noch arbeydt niet verdrieten:

Des Manders stroomen soet danckbarigh wilt ghenieten,

Ghy wordter door ghestijft in deught, Const, eer' en tucht.

Ghy meught u spieglen hier, en sien op't Schilders leven

Hoe datse zijn gheraeckt, in voorspoet, oft in sneven,

Door Naso scheyden leert het weldoen van t'vergrijp.

Siet, Mander u verclaert wat duyster was gheschreven:

Danckt hem, die menigh hert in vreughden heeft doen sweven,

En t'swaer ghemoedt verlicht, met Herp, Trompet, en Pijp.