05.08.2012, 14:42
I.V. Mosscher
Op het Schilder-Boeck van Mr. Carel van Mander,
Sonnet.
De Schilder-Const hebt ghy (Vermander) veel
De Ieught gheleert: maer dit u Boeck gheschreven
Van Schilder-Const, oock Schilders werck en leven,
Behouden wel mach zijn voor t'beste deel.
Als dijn handt rust te wijsen met t'Pinceel,
Sal dit u Boeck noch onderwijsingh gheven,
Met menigh schoon exempel hier beneven
Van Schilders cloeck, met haer schoon trecken eel.
Dus door u schrift, dijn veder maeckt onsterflijck
Veel Constenaers, al meer dan een bederflijck
Beeldt oft colom van coper oft van steen.
Want veder vlieght, daer marbren oft metalen
Haer nemmermeer en connen achterhalen:
Dies Fama groot volght dijne veder cleen.
Op het Schilder-Boeck van Mr. Carel van Mander,
Sonnet.
De Schilder-Const hebt ghy (Vermander) veel
De Ieught gheleert: maer dit u Boeck gheschreven
Van Schilder-Const, oock Schilders werck en leven,
Behouden wel mach zijn voor t'beste deel.
Als dijn handt rust te wijsen met t'Pinceel,
Sal dit u Boeck noch onderwijsingh gheven,
Met menigh schoon exempel hier beneven
Van Schilders cloeck, met haer schoon trecken eel.
Dus door u schrift, dijn veder maeckt onsterflijck
Veel Constenaers, al meer dan een bederflijck
Beeldt oft colom van coper oft van steen.
Want veder vlieght, daer marbren oft metalen
Haer nemmermeer en connen achterhalen:
Dies Fama groot volght dijne veder cleen.