Sonett-Forum

Normale Version: STARRENHEMEL
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
STARRENHEMEL.


Als ware een vuurstroom op zijn wolken neergestort,
En daar uit een gespat in duizenden van vonken,
Zoo gloort het fismament, van hemelglans omblonken,
Van 't sabbatslicht bestraald, dat de engelen omgordt!
Het is of elke star een zichtbre psalmtoon wordt;
't Uitspansel zingt den Heer, van heilige' eerbied dronken :
Een lichtzee woelt omhoog; en, siddrend neergezonken,
Schiet bijna de Aarde kracht voor dit gezicht to kort!
0 God! hoe eindloos moet dan niet die luister zijn,
Die vlammende U omhult, en zelfs den serafijn
Met driemaal Bubble wiek zich 't aanschijn doet bekleeden!
Versmolt de sterling niet bij d' aanblik van lien gloed,
Daar 't flikkrend starrenheir, wiens pracht hem duizlen doet,
Alleen de stofwolk is, die opgaat voor Uw schreden?