Sonett-Forum

Normale Version: Ik hief ten hemel smeekelingehanden
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Ik hief ten hemel smeekelingehanden,

Doch in mijn palmen, weerloos blank en bloot,

Lei Liefde een vlam onbluschbaar - En ik vlood,

Al vonkenstrooiend, door de lentelanden.



De vonken bloeiden, vroolijk goud en rood,

Als tulp en crocus, tooi van lustwaranden.

Maar smartlijk bleef de schoone vlam mij branden,

Die Liefde gaf instêe van mannabrood.



Ik zocht alom, aan strand, door woud en kouter,

Het heilig bosch, den tempel en het outer,

Waar 'k offren kon die vlam van eeuwig vuur.



Ik vond er geen - De vlam rees hoog en louter,

Hulde in haar kleed me en brandde héel mij puur.

Op vlammevleuglen steeg ik naar 't azuur.