03.08.2012, 16:11
Ik droom nog áltoos van mijn tooverslot.
De Meidag bloeide en straalde zonneblond -
Toen werd mijn slot verzwolgen door den grond.
Een zwarte vogel zong een lied van spot.
Ik weet niet meer hoe lang 'k verlamd daar stond,
Maar 'k weet: elk sprookje heeft een vroolijk slot.
Ik hief de handen en ik smeekte God
Of hij 't slot opbouwde en ik 't wedervond.
En elken Mei nog dool ik rond de plek,
Waar 't blanke slot zijn tinnen trotsch verhief:
Die leege plek bleef me als een grafstêe lief.
En booze knapen schelden mij voor gek,
Tot ik, beroofde, wégsluip als een dief
En sluit mij op in 't veilig droomvertrek.
De Meidag bloeide en straalde zonneblond -
Toen werd mijn slot verzwolgen door den grond.
Een zwarte vogel zong een lied van spot.
Ik weet niet meer hoe lang 'k verlamd daar stond,
Maar 'k weet: elk sprookje heeft een vroolijk slot.
Ik hief de handen en ik smeekte God
Of hij 't slot opbouwde en ik 't wedervond.
En elken Mei nog dool ik rond de plek,
Waar 't blanke slot zijn tinnen trotsch verhief:
Die leege plek bleef me als een grafstêe lief.
En booze knapen schelden mij voor gek,
Tot ik, beroofde, wégsluip als een dief
En sluit mij op in 't veilig droomvertrek.