Sonett-Forum

Normale Version: De golven breken op het gele strand
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
De golven breken op het gele strand.

Ik grijp naar 't vonklend mannablanke schuim,

Van ver gedreven over 't zeeënruim,

Te blusschen koel mijn dorst- en hongerbrand.



Maar 'k proef het zilt lijk tranen en geen kruim

Beklijft van 't manna, smeltende in mijn hand,

Terwijl de golven spreiden over 't zand

Een witte bloemwei naar der winden luim.



Nu zal ik nooit meer grijpen naar de kroon

Der groene golven om mijn hongerpijn

Te stillen, maar bewondren enkel 't schoon

Van 't bloeiend schuimveld, vroom, begeerterein.

Gunt mij de zee geen golf tot liefdeloon,

'k Berust en weet: de héele zee is mijn.