03.08.2012, 15:53
De webbe is fraai met flonkerdauw behangen,
Een wiel van kant met parelen bezet.
Doch hoe zal ik bewondren 't booze net,
Waarin, arm vliegje, ik machtloos ben gevangen,
De zwakke vleugels trillend van verzet? -
De vrije vogel zingt zijn jubelzangen,
In 't hooge blauw, waar héén wil mijn verlangen.
Geen deernis daalt, die 't arme vliegje redt.
Laat vrij den vogel 't goddlijk weefsel prijzen
Van Noodlots net, waarin ik lig verstrikt,
Die blijde vogel, die den dag ziet rijzen,
Alsof hij over de eeuwigheid beschikt.
Moet ik vereeren? - Vogel, zing uw wijzen.
De spin sluipt nader, die de vlieg verstikt.
Een wiel van kant met parelen bezet.
Doch hoe zal ik bewondren 't booze net,
Waarin, arm vliegje, ik machtloos ben gevangen,
De zwakke vleugels trillend van verzet? -
De vrije vogel zingt zijn jubelzangen,
In 't hooge blauw, waar héén wil mijn verlangen.
Geen deernis daalt, die 't arme vliegje redt.
Laat vrij den vogel 't goddlijk weefsel prijzen
Van Noodlots net, waarin ik lig verstrikt,
Die blijde vogel, die den dag ziet rijzen,
Alsof hij over de eeuwigheid beschikt.
Moet ik vereeren? - Vogel, zing uw wijzen.
De spin sluipt nader, die de vlieg verstikt.